Dat ging net goed
De hond schiet op de auto af. Joost kan hem nog net houden terwijl hij met zijn andere hand probeert de hand van zijn zoontje Pim vast te blijven houden. De auto raast op 10 cm langs de hondenneus van Rover voorbij. Geen tijd om hierover na te denken voor Joost. In de verte nadert een fietser. Ik zie Rovers staart verder tussen zijn achterpoten verdwijnen naarmate de fietser dichterbij komt. Als de fietser er bijna is gaat Rover liggen om als een duveltje uit een doosje op te springen in de richting van de fietser als deze voorbij zoeft. Joost, uit zijn evenwicht gehaald door deze actie, wankelt. Hij herstelt zich en pakt de hand van Pim weer vast. De geschrokken fietser geeft nog een boze schreeuw achterom.
‘Hij moet nog even wat dingen afleren’
Even verderop slaat een buurman Joost gade. “Hij moet nog even wat dingen afleren”, hoor ik Joost tegen de buurman zeggen, “daar gaat Eveline ons mee helpen. Hij doet nu zo vervelend onderweg. Hij wil achter alles aan wat voorbij komt.”
Iets herstellen kost tijd en geduld
Ja, ik ga Joost helpen met Rovers gedrag. Alleen is het niet zo eenvoudig als Joost denkt. Rover is als pup geboren in een hele rustige omgeving. Hij is liefdevol verzorgd, maar hij heeft niet veel van de buitenwereld gezien. Voor Rover was het daarom een flinke schok om bij Joost en zijn gezin in de stad te komen wonen. Als kleine puppy wilde Rover daarom niet graag mee wandelen. Zodra Joost met hem de deur uit wilde ging Rover zitten, overweldigd door wat hij allemaal zag, hoorde en rook. Door voorzichtig wat aan het lijntje te trekken liep Rover wel mee, maar Rover voelde zich niet veilig. Hij begreep niet dat zijn mens hem in zulke enge situaties bracht. Liefst was hij zo snel mogelijk naar huis gerend, maar de lijn belette hem dat. Er was maar één andere mogelijkheid. Om controle op de situatie te krijgen ging Rover al snel af op alles wat hij spannend vond.
Onbedoeld kreeg het vertrouwen een deuk
Zo werd Rover een hond die “achter alles aan wil wat voorbij komt”. Om dit op te lossen heeft Joost verschillende adviezen opgevolgd die hij kreeg van andere hondeneigenaren. Hij heeft geprobeerd om Rover aan auto’s en fietsers te laten wennen door zoveel mogelijk in het verkeer te gaan lopen. En hij heeft geprobeerd om Rovers ongewenste gedrag met correcties bij te sturen. Onbedoeld bracht hij Rover zo steeds weer in situaties die te moeilijk voor hem waren. Te druk, te stressvol. Rovers vertrouwen heeft een grote deuk opgelopen. Rover is zichzelf eigenlijk een beetje kwijtgeraakt. Hij hoeft niets “af te leren”, zijn vertrouwen moet de tijd krijgen om te herstellen.
Bouwen aan vertrouwen
Met Joost ga ik werken aan Rovers vertrouwen. Ik ga Joost onder andere leren hoe hij Rover steun kan bieden als hij daarom vraagt. Hiervoor leer ik hem de hondentaal te lezen. Ook zal Joost ervoor moeten zorgen dat Rover de kans krijgt om alle stresshormonen uit zijn lijf te krijgen. Dit kan door Rover niet meer in moeilijke situaties te brengen. Joost zal zich moeten aanpassen, vooral in het begin. Maar op den duur zal het steeds beter gaan met Rover in het verkeer. Dan kunnen Joost en Pim weer veilig met Rover door de stad wandelen.